DICK CIERAAD EEN SD AGENT ZONDER GEWETEN DE BEUL VAN ZWOLLE
Dick Cieraad een SD agent zonder geweten De beul van Zwolle.
Door Mervin Van Oort
De Jeugd van Dick Cieraad
Piet Richard Cieraad werd geboren op 3 december 1921 in Laren. Zijn roepnaam was Dick. De vader van Dick was een onsuccesvolle wijnhandelaar die leed aan drankmisbruik en vrouwen. Er werden na Dick nog drie kinderen geboren, een meisje en twee jongens. De naoorlogse verklaring van de Arnhemse arts T. van Enter geeft een beeld van Cieraad's jeugd. De arts bezocht het gezin onverwachts. Cieraad, toen nog dertien jaar, zat dag en nacht opgesloten in een donkere kelder zonder eten. De arts citeert: “De vader was een slecht mens, die zijn zwakke en gevoelige echtgenote mishandelde, hij sleurde haar door het huis en sloot haar op. Later had de vader bijna zijn eigen zoon gewurgd. Voor zijn moeder was Dick alle steun”
De jeugdstorm en NSB
In de leeftijd van vijftien jaar was Dick Cieraad getuige van het defileren van de Nationale Jeugdstorm, bij paleis het Loo. In Arnhem word Dick lid van de Jeugdstorm. Dick Cieraad wil ook lid van de NSB worden, maar de NSB vindt hem hier nog te jong voor wel wordt hij aspirant-lid. Nadat Dick de Mulo heeft voltooid wil hij HTS doen. Tijdens zijn opleiding (scheepswerktuigkundige) in Wageningen schreef Dick Cieraad voor meerdere NSB- bladen waaronder het NSB blad “Dietsche gedachte” Cieraad behaalde zijn diploma's in wiskunde en Duits LO. Door de gezinsproblemen in huis lukte het Dick niet om zijn opleiding als scheepswerktuigkundige te voltooien.
Op 17 september 1939 werd hij officieel lid van de NSB. (stamboek nummer 94000)
Na zijn lidmaatschap ging Dick zelfstandig wonen in Oosterbeek, daar kreeg hij de positie blokleider, dit deed hij tot juni 1941. De jonge Dick wilde graag het gezin financieel ondersteunen. Dick verhuist naar Utrecht en ging werken als schrijver voor het NSB blad “Zwarte soldaat” en “Volk en Vaderland”. De artikelen die hij schreef werden door de propaganda- afdeling naar hem teruggestuurd met deze tekst. “Ze zijn niet geschikt voor publicatie. Voor zover ik zien kan, geloof ik niet dat u op de weg van het schrijven voort moet gaan, want u heeft hierin geen bijzondere of van talent getuigende kenmerken. Uwe kracht zal waarschijnlijk op veel praktischer gebied liggen” Dick probeerde ook een baan te krijgen bij de radio (Nederlandse Omroep van Volk en Vaderland) maar was hierin niet succesvol. In 1942 kreeg Dick Cieraad een baan als administratieve tolk voor de Sicherheitsdienst. Hoewel dit werk administratief werk was wilde Dick graag meehelpen met het opsporen van Joden en verzetsmensen.
De arrestatie van Hendrika van Duren
Op 26 augustus 1942 reed Dick Cieraad samen met zijn werk-collega Artur Albrecht in de omgeving van Vorden. Dick kijkt uit het autoraam. Langs de weg loopt een jongen en een meisje gearmd. Cieraad herkent haar meteen. Het is Hendrika van Duren ( roepnaam Riel) samen met haar vriend. Ze hebben samen op de middelbare school gezeten. Dick kende haar joodse achtergrond. De auto stopt meteen . Dick Cieraad begint meteen te schreeuwen “Die jood moeten we hebben” Voor Riel was er geen uitweg. Ze gaf haar vals persoonsbewijs aan Dick. Haar vriend die naast haar stond Thom Thomassen verzetsnaam “De Thoom” had voor haar een vals persoonsbewijs geregeld. Dit persoonsbewijs had Thom gestolen uit de jas van Betsy ter Haar tijdens een avond in café Royal.
Jij bent toch Riel van Duren zei Dick. Riel probeerde Dick te overtuigen dat hij een vergissing gemaakt maakte. “Jij bent Betsy ter Haar niet, jij bent Riel van Duren” Nee hoor antwoordt Riel, u vergist zich, ik ben Betsy ter Haar uit Zutphen.
De werk-collega van Dick probeerde hem te kalmeren. Ach laat haar toch lopen, zei Albrecht, Maar Dick Cieraad blijft aanhouden. Het vriendje van Riel mocht doorlopen omdat zijn persoonsbewijs in orde was. Riel van Duren werd echter de auto ingeduwd en naar het politie bureau in Doetinchem gebracht, waar Ze geregistreerd werd. Riel na haar registratie werd ze verplaatst naar de koepelgevangenis in Arnhem.
De Nederlandse Arbeidersdienst
Dick arresteerde in 1942 vaak zonder toestemming van de SD verzets- mensen en Joden. Hij werd hij door de SD bureaucratie gestraft. Dick Cieraad werd naar Duitsland gestuurd om zich nuttig te maken aan arbeid voor een gifgas-fabriek. Begin 1943 keert Dick Cieraad weer terug naar Nederland. Hij volgde in Blaricum een opleiding bij de kaderschool van de Nederlands Arbeidsdienst. Afgekort tot NAD.
De Lijfwacht van Anton Mussert
Twee maanden na Dick Cieraad's opleiding kreeg hij een baan als lijfwacht voor Anton Mussert, de leider van de NSB. Dit deed Dick Cieraad tot april 1944. In 1944 wordt Dick Cieraad door Cees van Geelkerken, de tweede man van de NSB, aanbevolen voor de politie. Dick werd in Schalkhaar bij Deventer geplaatst voor zijn politie opleiding. Dick Cieraad citeert “ik werkte hard, deed goed mijn best en slaagde als no.1”
Einsatzkommando Zwolle
In september 1944 werd als gevolg van Dolle Dinsdag (5 september 1944) en Operatie Market Garden (17 september 1944) ging Cieraad samen met zijn familie weg uit Arnhem. Na 25 september 1944 werd het nieuwe Einsatzkommando Zwolle gevormd onder leiding van Joseph Rauch. Cieraad meldt zich op 15 oktober 1944 voor inzet in Zwolle. Het hoofdkwartier van SD Zwolle zat het Van Nahuysplein nummer 12.
Dick Cieraad citeert: “Altijd geloofde ik in de Duitse overwinning, ook nog toen mijn familie en ik vanuit Arnhem naar Zwolle gevlucht waren. Ik melde mij bij de politie en werd per 15 oktober aan de SD toegevoegd”
Cieraad werd ingezet voor bewakingsdiensten in het Huis van Bewaring, dit was echter niet iets waar hij zijn roeping in vond. Kriminalsekretar Herman Eugen Bartels had bewondering voor Dick en gaf hem een baan als rechercheur bij SD Zwolle.
( Bartels was voor de oorlog kapper geweest en had zich in 1923 bij de NSDAP ( Nationaal Socialistische Duitse Arbeiderspartij) aangesloten. In 1933 werkte hij voor de inlichtingendienst van de NSDAP. Bij het uitbreken van de oorlog melde hij zich vrijwillig voor inzet in het Westen. In SD Zwolle zorgde hij voor een terreur in zijn ondervragingen. Verhoren konden als sessies dagenlang duren en wanneer de verhoorde niet wilt antwoorden gebruikt Bartels geweld. In het boek “Executie aan de Meppelerstraatweg” geschreven door Samuel de Korte wordt een incident beschreven waarin Bartels twee gevangen met een ijzeren liniaal slaat. Hij verklaart na de oorlog nooit geweld gebruikt te hebben tijdens zijn verhoren. “want slaan is geen vorm van intelligentie”)Een aantal leden van Einsatzkommando Zwolle waren:
- Friedrich Genczyk.
- Johann Reinholt Dittes.
- Walter Herman Eugen Bartels.
- Fritz Martens.
- Willy Heinrich Monnich.
- Heinrich Albert Weisbach.
- Siegfried Gruber.
- Franz Hart.
- Endlicher.
- Hans Teegen.
- Reinhard Konrad Karl Stuck.
- Rudolf Schmidt.
- Max Sischke.
- Walter Holzer.
- Wilhelm Heinrich Henri Hukride.
- Richard Paul Dietrich.
- Neumann.
- Franz Brik,
- Wassche, Boll
- Wilhelm Walter
- Erich Hohmann en tot slotte de rijksrecherche agent Dick Cieraad.
Dick Cieraad werd als rechercheur ingezet om verschillende verzetsgroepen op te sporen en elke vorm van verzet te liquideren. Hij werkte samen met de 39 jarige Hauptscharfuhrer en Kriminal-Assistent Willy Heinrich Monnich. Monnich kwam naar Zwolle om het communisme te bestrijden, maar aangezien daar in Zwolle geen werk in was, werd hij toegevoegd aan Herman Eugen Bartels.
Anna Walburga Krack
In zijn werk als rechercheur bij de sicherheitsdienst Zwolle ontmoet Cieraad Anna Walburga Krack. Anna Krack is geboren op 13 oktober 1923 in Flieden Duitsland. Ze werkte als secretaresse voor SS-Sturmbannfuhrer Erich Deppner.
Anna Krack en Dick Cieraad kregen een relatie met elkaar en traden op 10 maart 1945 met elkaar in het huwelijk. Leo Poos, Marten slager en de kapitein van de staatspolitie Cornelis Gerard Terburg waren getuigen. Bij het huwelijk was Anna al drie maanden zwanger. Met het huwelijk hoopt Cieraad de Duitse nationaliteit te krijgen, dit werd voor de teleurgestelde Dick echter afgewezen.
Dick Cieraad’s priveleven in Zwolle
In Dick Cieraad’s privéleven woonde het gezin bestaand uit zijn moeder, zus en broertjes, bij hun grootouders. De grootouders van Dick waren zeer Anti-nazi en kregen zelfs verzets- blaadjes door de brievenbus. Dit leverde in het gezinsleven spanning op. De grootouders van Dick stuurden het gezin uit het huis. Dick kon dankzij zijn connecties in de SD een gevorderd huis aan zijn moeder aanbieden. Dit huis stond aan het Van Nahuysplein waar de SD hun hoofdkwartier had.
De arrestatie van Go Davidson
Op 11 december 1944 arresteerde Cieraad de echtgenote van de Zwolse verzetsstrijder Barend Davidson. Go Davidson geeft een verklaring in de strafrechtspraak tegen Cieraad over haar arrestatie:
“Als Israëliet was ik ondergedoken in het huis van mevrouw Dini Ommen wonende aan de Deventerstraatweg 29a in Zwolle. Ik was in het bezit van een vervalst persoonsbewijs, op naam van Jannie Visscher. Op 11 december 1944 werd er bij de woning aangebeld. Nadat ik de deur had geopend, kwam een mij onbekend persoon in burger de woning binnen en vroeg mij of ik Jannie Visscher was. Daar of ik iemand verwachtte, die ik niet kende, zei ik dat het mijn naam was, waarop hij naar boven kwam. Bovenaan de trap vertelde hij mij, dat hij van de SD was, en dat ik mijn jas moest aantrekken en met hem mee moest naar de Dienststelle.
Voordat wij de woning verlieten, zei hij, dat ik geen poging moest doen om te ontvluchten, omdat hij anders van zijn revolver gebruik moest maken. Op een gegeven moment vloog ik echter de trap af, en de straat op, terwijl de SD agent achter mij aan kwam. Ik had enige voorsprong, totdat ik op straat hoorde dat er ongeveer twintig meter achter mij een schot gelost werd. Toen bleef ik staan. De SD agent was direct bij mij en voegde mij toe: “ je mag van geluk spreken dat ik je niet heb geraakt”. Daarna pakte hij mij onder de arm en bracht mij over naar de Dienststelle. Door een Duitse beambte werd ik daarop verhoord. Van het verhoor kan ik me weinig meer herinneren, omdat ik de kans gezien had om een serie slaappoeder tabletten in te nemen. Daarop werd ik ingesloten in het Huis van Bewaring te Zwolle. Tijdens mijn verblijf daar is gebleken, dat de burger die mij arresteerde, de SD agent Cieraad was. Hij heeft mij na de arrestatie niet meer verhoord.” Dick Cieraad pakte go Davidson vermoedelijk op voor haar verzetsdaden zoals het vervalsen van persoonsbewijzen, distributie-bonnen, en het maken van vals geld. Waarschijnlijk werd ze ook opgepakt omdat ze betrokken raakte met de verzetsman Kees Kieft (verzetsnaam Kees uit de Schelle) Dick Cieraad wist echter bij haar arrestatie niet Go Davidson joods was.
In het Huis van Bewaring wordt de joodse identiteit van Go Davidson verraden door twee Zwolse zussen die voor de Duitsers als dienstbodes werkten. De zusjes kregen in ruil voor hun diensten sigaretten, drank en parfum en toegang tot de vele feesten van de Duitse bezetter. Go Davidson werd naar Westerbork gestuurd. Op 12 april 1945 word ze door de Canadezen bevrijd. Na de oorlog werd ze herenigd met haar dochter.
De Arrestatie van Corrie Kieft
Op 15 februari 1945 arresteert Dick Cieraad de verzetskoerierster Corrie Kieft. Het adres van Corrie werd gevonden in het notitieboekje van Henk Beernink. In het boekje staat “ Corry Kieft” Schellerallee B 240, 2 mud Cokes, het laatste wat benoemt wordt is de beloning die verzetskieroester in ontvangst kan krijgen voor haar werk.
Corrie word afgevoerd naar Westerbork. Op 11 april 1945 liepen 116 vrouwen waaronder Corrie vanuit Westerbork richting Groningen. Ze werden bewaakt door oudere Duitse militairen die in de eerste wereldoorlog gediend hebben. In de buurt van Grijpskerk laten de Duitse bewakers de vrouwen achter. Op 15 april word Corrie Kieft samen met de andere vrouwen in Grijpskerk bevrijd. In het herinneringsboek van Dick van der Velde beschrijft van der Velde wat voor soort persoon ze was. “Corrie Kieft was koerierster, maar niet dat alleen. Je kunt het niet gek genoeg bedenken ! Of ze deed het. Een grandioze meid!!.
Verraden door Jacob Lijs
Op maandag 26 februari 1945 werden Jan Muller, Berend IJzerman en Jager-Wolhoff gearresteerd door de SD. Verraden door Jacob Lijs. Jacob Lijs kreeg voor zijn verraad van SD Zwolle baas Joseph Rauch 300 gulden voor zijn inlichtingen. Maria Muller werd in haar huis zonder de aanwezigheid van haar man ondervraagd door twee SD-ers Bartels en Dick Cieraad. Beide SD-ers wilden graag weten waar de twee stafkaarten van Jan Muller en Jager-Wolhoff waren gebleven. Maria antwoordde dat ze nergens van wist. Dick werd ongeduldig en bedreigde dat ze haar op transport naar Duitsland zou sturen en dat hij een handgranaat in haar huis zou gooien. Maria weigerde te spreken en Cieraad's dreigementen bleven slechts woorden. Beiden mannen vertrekken met lege handen.
De arrestatie van Chris Huiberts
Op zaterdag 3 Maart 1945 helpt Dick Cieraad mee met arrestatie van de 30 jarige onderwijzer Chris Huiberts. Hij werd samen met 36-jarige Wim ten Doeschate gearresteerd bij zijn woning aan de Kerkstraat nummer 18. Huiberts was al een paar jaar ondergedoken bij de Derk Buismanstraat nummer 17 maar was naar zijn eigen huis gegaan, omdat hij contact met zijn vrouw Lenie Huiberts die aan een miskraam leed.
Het adres en de aanwezigheid van Huiberts werd echter verraden door een SD Vertrauensmann, beter bekend als een V-man. In een interview met de Zwolse Courant uit 2005 vertelt de 90 jarige Lenie haar vermoedens; “ hij is gevolgd. Toen die vreselijke Cieraad naar binnen kwam. Kon hij geen kant meer op”
Tijdens zijn arrestatie wilde Huiberts graag afscheid nemen van zijn vrouw. Hij vroeg toestemming van een SD-er die het goedkeurde. Dick Cieraad had hier echter geen zin in. ‘Och, lassen Sie doch’, zei de Duitser. ‘Geen sprake van, hij gaat direct mee, we hebben al genoeg trappen gelopen’, zei Cieraad.
Huiberts werd samen elf gevangenen uit Zwolle en negen Hardenbergse gevangenen op 29 maart 1945 in Wierden gefusilleerd. Lennie kreeg het “ Later hoorde ik dat de Duitsers die twintig doden in een grote kuil wilde gooien, maar dat de Nederlanders dat tegenhielden. Ze hebben met man en macht gewerkt om twintig grafkisten te maken. Daar ben ik ze heel dankbaar voor”
De arrestatie van Marianne Meyer-Noah
In maart 1945 arresteert Dick Cieraad de joodse koerierster Marianne Meyer-Noah. Marianne overleeft de oorlog en emigreert na de oorlog naar Canada.
De arrestatie van H.G.W Bannink
Op 6 maart 1945 was Cieraad betrokken bij de arrestatie van H.G.W. Bannink. Bannink stond in het politie korps bekend als een man van principes en was altijd keurig in uniform gekleed. Door zijn baan als politie agent in het Zwolse Politiekorps speelde hij een belangrijke rol in het verzet. Hij had in het politie korps Zwolle een eigen verzetsgroep met Hendrik Lonnee, Gijs Beijer en Jan Graver. Regelmatig had Bannink contact met verschillende verzetsgroepen. Deze verzetsgroepen hielden hun vergadering op een kamer boven in het politiebureau. Hij regelde informatie dankzij zijn vele informanten waaronder zelfs een Duitser onder de naam Schneider. De schuilnaam van Bannink was Jansen.
Op 6 maart 1945 verliet Bannink het politiebureau. De SD wachtte keurig totdat Bannink het politiebureau verliet. Bannink wordt opgepakt en naar het Huis van Bewaring gebracht. Bij binnenkomst moest Bannink van Dick Cieraard zijn laarzen afstaan “Die zijn staatseigendom zegt Dick”. Een dag later had Dick zelf de laarzen aan.
De SD inval op boekhandel Jakma aan de assendorperstraat
Op de avond van 21 maart 1945 waren verzetsmannen Skipe Jacob Baarsma,William Jakma en Gerard Andries Kalter aanwezig bij een verzets bijeenkomst bij boekhandel Jakma aan de Assendorperstraat.
Gezina Jakma en haar ouders waren aanwezig in de boekenhandel. De weduwe van Jakma vertelt na de oorlog haar verhaal aan de politieke opsporing dienst ( POD) “Op 21 maart 1945 waren wij thuis, mijn ouders, twee illegale werkers, mijn man en ik. Een auto stopte en het huis werd omsingeld. Het is de SD! De illegale werkers proberen te vluchten uit de achterdeur, er vallen schoten, een rent terug, ook achter is het huis bewaakt. Dan worden we gearresteerd en naar de tuin gebracht. Wij passeren de achterdeur, naast ons ligt de andere illegale werker. Dood, neergeschoten als een hond”
De neergeschoten persoon is Gerard Andries Kalter. Uit een naoorlogse verklaring van de SD mannen Hart en Hukriede, wordt door beiden mannen verklaard dat de SD’er Sischke Gerard Andries Kalter heeft doodgeschoten.
In een andere verklaring voor de POD vertelt Gezina Jakma wat meer details wat er gebeurd is op 21 maart 1945. “ Ten tijde van de inval waren we op de eerste verdieping, Baarsma en Kalter renden gelijk naar beneden. Kort hierop hoorde ik dat er geschoten werd. Zelf werden wij even later naar de tuin gebracht. Bij het passeren van de achterdeur zag ik Kalter op de grond liggen. Die bleek doodgeschoten te zijn” “Achter onze tuin moesten we ons opstellen. Het is een Nederlander, Cieraad die ons gewapend met een stengun bewaakt, een Nederlander die ons oudere Nederlanders verbiedt te spreken. Hij richtte een stengun op mij en mijn moeder. Cieraad was zeer fanatiek. Hij gaf mijn oude vader een schop toen die niet snel genoeg in de wachtende auto stapte. We worden naar het SD hoofdkwartier gebracht, daar wordt mijn vader gemarteld door Cieraad”
Ook Skipe Jacob Baarsma ontkomt niet aan de marteling van Dick Cieaard. Hij werd bruut gemarteld door Dick. Maar Baarsma gaf geen enkele informatie aan Cieraad. Dick had zelfs bewondering voor Baarsma. Dick Cieraad citeert: “hij heeft geen woord losgelaten. Hij is een van de weinige helden die ik heb meegemaakt”.
Baarsma werd gefusilleerd bij het Katerveer op 10 april 1945. Op 18 april 1945 werd het lichaam van Skipe Jacob Baarsma in de IJssel bij Kampen gevonden.
Op 17 april 1946 schreef A. Heuvink uit de pc hoofdstraat 9 Zwolle een brief voor Anne Froukje de weduwe van Skipe Jacob Baarsma.
In de brief staat wat er met haar echtgenoot is gebeurd. Jacob Baarsma wordt in de brief met bijnaam Sip beschreven. “ Zoals je is bekend, logeerde Sip altijd bij ons. Die bewuste avond van 21 maart 1945 zou er een bespreking plaatsvinden over de bevrijding van “Pim” Deze bespreking zou plaatsvinden met een Duitser die zich bereid had verklaard om medewerking aan de overval op het Huis van Bewaring in te verlenen. Deze plannen zouden eerst middags worden besproken in het huis van William Jakma die een boekhandel had aan de Assendorperstraat in Zwolle. De Duitser was wel gekomen, maar bijna onmiddellijk weer vertrokken, omdat hij toen niet zoveel tijd had. Hij zou avonds terugkomen en om vertrouwen te wekken had hij zijn tas laten staan. Die middag zouden “Gerard” en ‘Hans” aanwezig zijn. Omdat “Hans” niet kon zou Sipke die avond naar de bespreking bij Jakma gaan.
Tegen zeven uur ging hij die avond weg. Toen hij echter om acht uur nog niet terug was, maakte ik me een beetje ongerust, maar eigenlijk kwaad want ik dacht: nou gaan ze er vanavond natuurlijk op los en ik ben er niet bij. Het was helaas anders. “ Gerard” zat voor het bovenraam van boekhandel Jakma en zag een Duitse auto aankomen. Hij riep: “dit is mis!” Hij vloog de trap af naar beneden met de bedoeling om door het gangetje langs het huis te ontsnappen. Bij zijn poging om te vluchten werd hij echter door een Duitser doodgeschoten. Sip ging terug naar de winkel en verstopte zich daar, maar werd toch gevonden”
Angst onder de Zwolse burgerbevolking
Met de bevrijding van Nederland bijna in zicht werd Dick Cieraad steeds fanatieker in het opsporen van Joden en verzetsmensen. De burgers van Zwolle waren doodsbang voor hem. De Zwollenaren durfden niet over hem te praten met het risico verraden of opgepakt te worden. De Zwollenaren die over hem durven te praten gaven hem de bijnaam “De Beul van Zwolle”
Volgens familie van Dick was hij bang dat er een aanslag van het verzet op hem zou komen. Dick Cieraad slaapt met zijn uniform en laarzen nog aan in zijn bed, zijn pistool binnen handbereik. Hij gebruikt amfetamine om wakker te blijven.
Huiszoeking bij Gerrit van Dijk
Op 18 maart 1945 reed groep SD-ers naar de Holtenbroekerweg nummer 12. De deur werd niet geopend. De SD kwam met geweld het huis binnen, Maar Gerrit van Dijk was niet aanwezig. Gefrustreerd sloopt de SD het huis op zoek naar de aanwezigen. Gerrit was echter ondergedoken en had als voorzorgsmaatregel samen zijn oudere broer Wilhelmus van Dijk alle uniformen, wapens en een stencilmachine naar zijn broer Piet van Dijk gebracht. Wilhelmus werd gewaarschuwd dat de SD met huiszoekingen aan de gang was. Wilhelmus maakt zich hier echter geen zorgen over, omdat SD volgens hem geen voldoende bewijs zou vinden voor een arrestatie.
De arrestatie van Wilhelmus van Dijk
Rond 12 uur in de middag hielp Wilhelmus zijn buurtbewoner Thijs Bouwer met het repareren van zijn fiets. Er werd plots aan de deur gebeld door leden van de SD. De Leidinggevende van de arrestatie Cieraad was in burgerkleding verkleed. Wilhelmus probeerde via de achterkant van zijn huis te ontsnappen, Maar werd met gerichte vuurwapens onderschept. Het huis werd met geweld vernield, de vloer werd opengebroken, waardoor een radio tevoorschijn kwam, ook werd een klein kaliber pistool in de keukenkast achter een paar borden gevonden, een Wehrmacht verrekijker en een Wehrmacht set autogereedschap.
De SD nam ook varkensvlees dat illegaal geslacht was en 5 kilo boter mee. Wilhelmus werd samen met Thijs Bouwer, zijn vrouw Hendrica Verhoeven en een zus van Hendrica in de auto gezet, waar ze werden weggevoerd en naar het Van Nahuysplein plein werden gebracht voor ondervraging. Gerardus Leoux, een werkbaas van Wilhelmus, zag hem worden weggevoerd en ging naar zijn huis. Hij belde aan de deur. Een SD-er deed de deur open. Leoux moest een half uur wachten. Dick Cieraad kwam tevoorschijn in nog steeds burgerkleding. “ Die vent gaat ook mee”. Leoux wordt in de auto gezet en naar het van Nahuysplein gebracht. Daar wordt hij ondervraagd door Bartels en Cieraad. Leoux werd na de ondervraging naar huis gestuurd. Leoux citeert: “ over het optreden van deze Nederlander (Cieraad) heb ik mij ten zeerste verwonderd, daar hij me als Nederlander arresteerde, terwijl ik onmiddellijk door een Duitser werd vrijgelaten”.
Hendrica van Dijk in het Huis van Bewaring
Hendrica van Dijk werd in het Huis van Bewaring gezet. Haar zus werd vrijgelaten. Hendrica zat dagen in haar troosteloze cel. Dick Cieraad loopt haar cel binnen. Henrdrica vraagt aan Dick Cieraad.
“Mijnheer, mag ik u even spreken. Ik heb namelijk vier kleine kinderen thuis” Dick keek haar gevoelloos en zwijgend aan. Hij smeet de deur dicht. Hendrica drong aan om verhoord te worden. Uiteindelijk ging Dick hierin in mee. Tijdens haar verhoor worden persoonsbewijzen getoond, waaronder het persoonsbewijs van Wilhelmus haar echtgenoot.
Toen Hendrica vroeg of dit persoonsbewijs van Wilhelmus was antwoordde Dick Cieraad gevoelloos “oh, die is al doodgeschoten” hij sprak zichzelf echter tegen en vertelde aan Hendrica dat Wilhelmus nog leefde, ook vertelde hij aan Hendrica dat als ze het onderduik adres van Gerrit van Dijk opgeeft dat zij en Wilhelmus vrijgelaten zouden worden. Hendrica weigerde dit.
Hendrica werd op 2 april 1945 naar Westerbork gebracht. Ze overleefde de oorlog. Na de oorlog hertrouwde ze met Egbertus Manders.
Thijs Bouwer werd op maandag 9 april 1945 vrijgelaten.
Dick Cieaard die als tolk in zijn verhoor had gediend kwam samen met Sachbearbeiter tot de conclusie dat Bouwer geen connectie had met het verzet en dat hij Wilhelmus alleen maar kent omdat ze samen voor Rederij Koppe hebben gewerkt.
De arrestatie van Aldert Geerts
Op 28 maart 1945 was Dick Cieraad verantwoordelijk voor de arrestatie van verzetsman Aldert Geerts. Geerts was van beroep wachtmeester bij het parket van de Arrondissementsrechtbank. Hij deed verzetstaken zoals het helpen van onderduikers, joden, piloten en werkweigeraars. Hij was van plan om samen met zijn verzets-collega's het Huis van Bewaring te overvallen en verzetsstrijders uit de dodencel te krijgen. Geerts werd gearresteerd bij de Assendoperstraat samen met zijn werk-collega parketwachter Bakker. Tijdens zijn ondervraging bekende Bakker onder dwang dat er in het huis van Geerts wapens waren verborgen.
Aldert Geert werd geëxecuteerd op 10 april 1945. Zijn lichaam werd op 23 april 1945 bij Zalk door spelende kinderen gevonden.
Executie aan de Gelderse Dijk
Op 2 april 1945 wordt er in opdracht van Hans Kolitz nieuwe doden lijsten gemaakt voor Joseph Rauch (SD baas van Zwolle) en Bartels. Zes namen kwamen op de lijst te staan die in verband stonden met het Englandspiel.
- John Patrick Stanley Austin
- Gerrit Bertus Buunk ( schuilnaam Fopkonijn)
- Dirk van Diepen
- Dirk Eskes ( schuilnaam Alex)
- Floris van der Laaken( schuilnaam Lex)
- Gerrit van Unen
Friedrich Genczyk leider van de Geheime Feldpolizei krijgt op 3 april 1945 van Rauch de opdracht om samen met zijn groep te helpen met de executie van zes nieuwe namen.
Op 4 april 1945 rond vijf uur worden de gevangenen uit hun cel gehaald en met een bus naar de Gelderse dijk bij Hattem gebracht. Dick Cieraad leest het doodvonnis aan de terechtgestelde voor. Hij vertaalt de Duitse tekst in het Nederlands. Nadat de executie voltooid is rijden Genczyk en Cieraad naar Hattem en vertellen aan NSB burgemeester Bruynis over de executies.
De arrestatie van Egbert Jan Jacob aan het Rot
Op 6 april 1945 werd onder de leiding van Dick Cieraad de SP, ook wel bekend als de Sipo (Sicherheitspolizei) mee hielp met de arrestatie van Egbert Jan Jacob aan het Rot. Egbert was vanaf 1943 betrokken bij het verzet en hielp met meerdere verzetsoversvallen. Een bekende overval waar hij bij betrokken was de overval op 4 mei 1944. Het lukte de verzetsgroep om de 28-jarige Cornelis Meenhorst uit de cel te krijgen. Meenhorst zat in het Huis van Bewaring opgesloten omdat hij SS-uniformen voor het verzet regelde.
In 1999 gaf Lijntje Akkerman de echtgenote van Egbert een verklaring aan de schrijver Wolter Noordman wat op die bewuste dag in 6 april 1945 is gebeurd. “ Door diverse mensen werden wij gewaarschuwd dat de Sicherheitspolizei mijn man zocht en wij zijn toen om die reden in Lemelerveld ondergedoken. Op 6 april 1945 besloten we bij de ouders van Jan op bezoek te gaan, die aan de Zwarteweg in Zwollerkerspel woonden. Ongeveer een halfuur na onze aankomst bij de ouders van Jan werd er door de SP onder leiding van Cieraad een inval gedaan en werden mijn man en zijn vader gearresteerd. Een paar dagen later hoorde ik dat Jan en zijn vader opgesloten waren in het Huis van Bewaring in Zwolle. Ook kwamen we er toen achter dat de SP bij het doorzoeken van het huis van een andere illegale werker, een briefje had gevonden met de adresgegevens van de ouders van Jan en de mededeling dar daar een vergadering zou plaatsvinden. Het is waarschijnlijk puur toeval geweest dat de SP juist op het moment dat wij op bezoek waren, Het huis van mijn schoonouders binnenvielen. Ook heeft de SP ons eigen huis aan de Molenweg doorzocht maar niets kunnen vinden.
Bij de bevrijding van Zwolle werd alleen de vader van Jan ontslagen uit het Huis van Bewaring, maar Jan zelf was spoorloos. Niet lang daarna kreeg ik uit diverse bronnen de informatie dat hij op 10 april 1945 bij het Katerveer was gefusilleerd”
De bevrijding van Zwolle
Op 12 april, twee dagen voor de bevrijding van vertrekt de SD uit Zwolle . Dick Cieraad, Joseph Rauch, Walter Eugen Bartels, Willy Monnich zijn vertrokken. David Wijnbeek onderwijzer in beroep kwam op de 14 april als eerste binnen bij de verlaten Dienststelle aan het van Nahuysplein nummer 12. Het gebouw rook naar de peuken en sigaren. Wijnbeek ziet op de tafel een asbak vol met peuken van vooroorlogse sigaretten. Vijf prullenmanden zitten vol met lege flessen. Na de oorlog wordt Nahuysplein nummer 12 gebruikt door E. en H Gerzée en hun accountantsbureau en zenuwarts J.P Braat kon weer bij het Nahuysplein aan het werk gaan. Het Huis van Bewaring werd door de politieke opsporingsdienst (POD) en de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS) gebruikt om NSB-ers of SD-ers op te sluiten.
De Arrestatie van Dick Cieraad
Dick Cieraad wordt bij Velp op 16 april 1946 gearresteerd door de politieke Opsporings dienst (POD) en in de gevangenis in Den Heuvel bij Velp opgesloten. Hij werd overgedragen naar Zwolle waar Dick Cieraard zijn straf zal afwachten. Zijn zaak werd door de commissaris van de politie G.J Lettinck onderzocht.
Mishandeling in de gevangenis
In de gevangenis wordt hij volgens zijn gratie dossier en zijn CABR-dossier meerdere malen mishandeld door bewakers of oud verzetsstrijders. Na deze mishandelingen had Dick moeite met het ademhalen uit zijn neus. Een Kno-arts onderzoekt Dick Cieraad en constateert dat hij een breuk in zijn neus heeft. De Kno-arts citeert “ het bleek dat de neus van P. R Cieraad tijdens de bevrijding iets te hardhandig behandeld was en daardoor is gebroken, waardoor zich een vernauwing in de luchtwegen openbaarde. Na de operatie was er veel verbeterd. De neus stond alleen een beetje scheef” Dick werd meerdere malen verhoord. Hij vertelde openhartig over de daden van zijn SD-collega's, maar was minder open over zijn eigen arrestaties. Hij vond zichzelf niet schuldig aan de vele diefstallen en mishandelingen waarvan hij beschuldigd werd. Volgens Dick Cieraad deed hij slechts wat hem is opgedragen en had hij niet de leiding.
De illusies van Dick Cieraad
Dick Cieraad werkte vrijwillig mee aan de politie onderzoeken, in zijn verklaring schrijft hij: “ Dag en nacht was ik bezig voor de goede zaak, die ik dacht te dienen. Ik hield mezelf wakker door anti-slaaptabletten te gebruiken. Ik was er heilig van overtuigd, dat Duitsland de oorlog zou winnen en dat ik door mijn ijver en toewijding een goede post zou krijgen bij de Europese politie” Met deze bekentenissen hoopt hij in aanmerking te komen voor een lichtere straf. H. Mulder van de Binnenlandse Veiligheidsdienst schat dat Dick zo'n zes honderd rapporten heeft ingediend over de SD.
Dick Cieraad hoopte met zijn medewerking dat hij een baan kan krijgen bij het Bureau van Nationale Veiligheid. Hij meldde aan het Bureau van Nationale Veiligheid dat ze moesten opschieten met noteren van zijn rapporten, omdat hij verwacht dat hij snel zou vrij komen. Hij had “gehoord” dat een de chefs ( Wim Sanders) van het Bureau van Nationale Veiligheid heeft gezegd dat hij slechts een maar een licht geval is. Dick begreep duidelijk niet hoe ernstig zijn situatie was.
Verdriet en tragedie onder de familie Cieraad
Ook Anna Krack werd gearresteerd, maar werd vrijgelaten vanwege haar zwangerschap. Hun kind (een dochter) werd op 19 september 1945 geboren. Zes maanden na de geboorte werd Anna weer gearresteerd. Hun dochter kreeg een tijdelijk onderkomen bij de moeder van Dick Cieraad. De grootouders hebben zonder medeweten van Anna en Dick een advertentie in de krant gezet voor een gastgezin. Een gezin reageerde op de advertentie en zocht contact met de grootouders. Het kind werd meegenomen naar een pleeggezin. De gevangenis dominee spoorde het kind op en bracht het onder bij een christelijk pleeggezin. De familie Konijnenberg in Arnhem. Bij de vrijlating van Anne werd ze weer herenigd met haar dochter.
De familie van Dick deed hun best om Dick Cieraad te helpen. de moeder van Dick, vader, jongste broer en gevangenis predikanten schreven brieven dat Dick Cieraad ook van goede aard was.
De moeder van Dick Cieraad deed alles om haar zoon uit de cel te krijgen. ze stuurde een brief waarin wordt beschreven dat Dick een jeugdvriend van prins Bernhard heeft geholpen. Bernhard zou daarop een telegram hebben gestuurd “ Laat indien mogelijk Cieraad onmiddellijk vrij” dit telegram was echter “zoekgeraakt”. Ze zocht in augustus 1945 contact met de Canadian Field Security of het mogelijk was dat haar zoon bij hun mocht werken. Aan het Canadese militaire gezag legde ze uit dat haar zoon was misleid door gewetenloze Duitse ambtenaren. Ze gaf ze zichzelf de schuld dat haar zoon in de cel is terechtgekomen.
Het Bijzondere Gerechtshof Arnhem
Op 18 oktober 1946 verschijnt Dick Cieraad in het Bijzondere Gerechtshof Arnhem, er werden meer dan 70 verklaringen afgelegd die Dick Cieraad beschuldigen van mishandeling, afpersing, diefstal en vrijheid beroving. Er verschenen meerdere getuigen waaronder de vader van Egbert Jan van het Rot en Gezina Jakma. De verklaring van Go Davidson wordt in het Gerechtshof vertelt. Dick Cieraad krijgt de kans om wat woorden in zijn verdediging te zeggen. “ Bij haar poging tot ontvluchting heb ik inderdaad een schot gelost. Ik ontken echter op haar te hebben gericht” Nadat Dick Cieraad de getuigen heeft gehoord spreekt hij nog wat meer woorden in zijn verdediging. “ Als ik geweten had dat deze mensen die ik zo goed behandeld heb, zulke verklaringen tegen mij afleggen, zou ik hen wel anders behandeld hebben”
Dominee Stevens de gevangenispredikant vertelt dat Dick Cieraad nu veranderd is en een gelovig man is geworden. De raadsman Gert Jonker neemt daarna het woord over en spreekt over Dick Cieraad. “ Het monster van Zwolle bestaat niet. Schuld zeker! Grote schuld, akkoord. Doch geen afgrijselijkheid” De raadsman geeft Anna Krack de vrouw van Cieraad de schuld. Het is haar schuld dat Cieraad medeplichtig met de Duitse bezetter mee hielp. Gert Jonkers citeerd “ik weet dat Cieraad geen slecht mens is” Ook gaf Dick Cieraad nog wat extra woorden voor zijn verdediging “ Alles wat ik deed was in opdracht van mijn superieuren, nooit had ik de leiding, mocht die indruk zijn gevestigd dan was dat door mijn moed en doeltreffend optreden” Ook probeert Dick Cieraad sympathie op te brengen, door te vertellen hoe goed hij met de Nederlandse autoriteiten meewerkte. “ Ik heb in totaal ongeveer vierhonderd rapporten gemaakt en drieduizend namen genoemd, want ach dat nationaalsocialisme was bij nader inzien eigenlijk niets waard”
Het gerechtshof gaf op 1 november 1946 het ultieme besluit. Dick Cieraad kreeg de doodstraf. Het gerechtshof citeert: “Dat hij in een periode, waarin de macht van de vijand snel in elkaar zakte, met hart en ziel had medegewerkt aan de dood de SD vlak voor de bevrijding uitgeoefende terreur, en hij zich daarbij zelf met nog meer overgave had ingezet dan Duitse leden van die dienst”
Bijzondere Raad van Cassatie
Het Cassatieberoep van Dick Cieraad begon op 10 februari 1947. De voormalig huisarts T van Enter geeft een verklaring af van de vreselijke omstandigheden waarin Dick als kind moest leven. Predikant Stevens sprak over Dick Cieraad als een gelovig man en dat hij zich oprecht spijtig voelde over misdaden die hij tegen andere mensen heeft begaan. Predikant Stevens citeerd “ God is met deze man bezig! De raadsman zette Dick Cieraad neer als iemand met een gespleten persoonlijkheid en dat hij niet voor 100% toerekeningsvatbaar was.
Dick werd op 3 maart 1947 psychiatrisch onderzocht. Het rapport concludeert dat Dick Cieraad voor de afschuwelijk omstandigheden in zijn jeugd onder verzachtende maatregelen mag vallen. Op 14 juli 1947 werd het doodvonnis van Dick Cieraad veranderd naar een levenslange gevangenisstraf. Dick verliest in het vonnis zijn stemrechten, dit zou hem voor de rest van zijn leven achtervolgen.
Op 7 oktober 1948 kreeg Anna een brief van Gerechtshof door de brievenbus. Anna leest dat de doodstraf van haar man is omgezet in levenslang.
Is Dick Cieraad veranderd ?
In zijn cel zit Cieraad samen met predikant Stevens de bijbel lezen. Is Cieraad veranderd? Willem Meijer cipier van het Huis van Bewaring is ooggetuige. Hij zag Cieraad afscheid nemen van drie medegevangenen die overgeplaatst werden. Meijer citeert ‘Bij het vertrek namen ze met een handdruk afscheid van Piet Cieraad (roepnaam Dick). Tevens zag ik, dat zowel door Cieraad als door den vertrekkende gedetineerde Veldhuis de Hitlergroet werd gebracht.’
Politieke invloed
In 1952 besluit Dick onder zware druk van zijn moeder van Anna te scheiden. Hier kreeg hij echter spijt van. Hij hield contact met Anna en trouwde onder druk van ds. Keers ( CHU), met haar opnieuw in 1958.
Op 19 november 1950 schreef Dick een aanvraag naar de minister van Justitie waarbij hij vroeg of de maanden februari, maart en april 1945 uitbetaald kon krijgen. gezien hij persoonlijk vond dat hij geen loon voor zijn diensten is uitbetaald had gekregen. Dit word door de minister van Justitie afgewezen omdat hij per 1 april 1945 is ontslagen.
In zijn gevangenschap probeert Dick Cieraad zich aan te passen en zijn passie te vinden in het studeren van latijn, Dit loopt echter moeilijk , waarna hij daarna overschakelt naar Engels. Ook dit levert geen succes. Hij doet nog een poging in de Portugese taal. Hij blijft tot 1954 in de gevangenis in Leeuwarden. Dick word overgeplaatst naar de gevangenis in Breda. In deze gevangenis creëert hij geen prettige sfeer en wordt hij vaak als onplezierige man beschreven.
Dick deed zeer zijn best om weer vrijgelaten te worden. Hij stuurde meerdere brieven naar verschillende contacten waaronder de politieke partij de Christelijke Historische Unie (CHU), die Dick Cieraad warmhartig ondersteunde. Hij stuurde vele van zijn brieven naar koningin Juliana. Ook de dochter van Dick Cieraad stuurde een brief naar koningin Juliana. “ toen ik werd geboren had ik niets anders dan twee hemdjes en oude lappen als luiers. Mijn boze grootvader at van mijn bonnen. Toen werd ook mijn moeder gevangen genomen: Ik was 9 maanden. Mijn grootouders zorgden voor me, maar ze hadden er spoedig genoeg van. Er werd een advertentie geplaatst, en ik werd aan lieve mensen in Ede gegeven, als een jonge hond. Misschien kunt u er iets aan doen dat papa vrij komt. Ik heb in mijn twaalf levensjaren mijn vader 10 a 14 keer bezocht, en zou het verschrikkelijk lief van u vinden, als door uw beantwoording vandaag of morgen papa op de stoep staat”
In 1957 krijgt hij bezoek van Kamerleden P.A Diepenhorst en J. Reijers ( CHU) . Beiden mannen waren overtuigt dat Dick Cieraad een ander persoon is geworden. Beiden senatoren proberen in februari 1958 Dick vrij te krijgen ze sturen een brief naar de minister van Justitie, en vertellen zij dat Dick Cieraad door zijn detentie veel psychische schade krijgt. J. Reijers citeert “ De familie Cieraad is mij bekend, en wat er ook moge misdreven zijn, in dit geval heeft God zelve deze jonge man gereclasseerd”
In 1957 werd er door koningin Juliana besloten dat zijn levenslange gevangenis straf zou worden omgezet naar 20 jaar. In 1958 mocht Dick Cieraad tijdens de Paasdagen op de proefverlof naar zijn gezin.
Na zijn gevangenschap
In 18 augustus 1958 wordt hij voorwaardelijk vrijgelaten. Dick Cieraad kreeg tot 1966 begeleiding van de Protestants-Christelijke Reclasseringsvereniging onder de familie Konijnenberg. Dit gezin had met de arrestatie van Anna Krack het kind van Dick Cieraad tijdelijk onderdak gegeven. De begeleiding wordt volgens de familie Konijnenberg met succes afgerond. Bij zijn thuiskomst krijgt hij volgens zijn eigen verhaal een succesvolle baan als verkoopleider, bij een groot bedrijf dat succesvol door heel Europa reist! Was dit de werkelijkheid of een leugen ? In een ander bron wordt gemeld dat hij als bediende in een bank heeft gewerkt.
Stemrechten
Dick Cieraad bleef brieven schrijven naar senatoren Rijers ( CHU) en Diepenhorst (AR). Hij wilde graag zijn stemrechten terug hebben. Beiden senatoren maakten contact met de minister van Justitie, maar deze pogingen mislukken. Uiteindelijk schrijft Dick in 1971 een verzoek naar de koningin. Hij legt uitgebreid dat hij zich spijtig voelde. Dat hij fout in de oorlog was en door verschillende partijen waaronder CHU, AR en de VVD is benaderd om lid van hun partij te worden. Hij voelde zich als een tweederangs burger en wilde graag dit onrecht, dat volgens Dick Cieraad er voor zorgde dat hij meer belasting moest betalen, weer rechtzetten. Cieraad citeert: “ Mochten hem, na 15 jaar als gewoon en trouw Nederlander geleefd te hebben en zijn kinderen als ieder andere Nederlander opgevoed te hebben, door welke ambtelijke maatregelen dan ook deze rechten niet worden teruggeven. Dan zal hij trachten, met behulp van een der beste Nederlandse advocaten,- daar hij zowel maatschappelijk als financieel, thans een zodanige stap kan doen,- zijn zaak naar het hoogste Europese Gerechtshof te brengen. Hij verzoekt Uwe Majesteit met kracht en beleefdheid, te willen bevorderen, dat hij zijn stemrRECHTEN terug krijgt”
Op 19 augustus 1971 kreeg Dick Cieraad een antwoord van de staatssecretaris van Justitie. Dick werd weer afgewezen om zijn stemrechten terug te krijgen. De ambtenaar citeert: “ Als het inderdaad juist zou zijn dat deze man door de VVD, AR en CHU zou zijn aangezocht voor het lidmaatschap, lijkt een uitsluiting van de kiesrechten voorlopig nog een juiste maatregel” Ondanks de dreigementen van Cieraad liet, hij het nooit zover brengen om naar het Europese Gerechtshof te gaan. Hij bleef tot zijn dood zonder kiesrechten.
Dick Cieraad’s priveleven en zijn laatste levensjaren
Maar hoe was Dick Cieraad in zijn privéleven? Was de rehabilitatie van de kerk een succes ? Met de thuiskomst van Dick was hij voor zijn vrouw en dochter een tiran. Hij mishandelde zijn gezin en maakte hun leven tot een hel. Hij haalt zijn eigen dochter van het gymnasium af. Dick Cieraad vond persoonlijk dat de middelbare meisjesschool (mms) voldoende voor haar was. Wanneer de dochter van Dick uit huis gaat verbreekt ze alle contacten met haar vader. In 2012 zocht ze contact historicus Ismee Tames en vertelde haar verhaal. “ voor mij was het meer een totale ontworteling van alles wat ik tijdens mijn veilige leven heb ervaren. Voorbereid was ik totaal niet, ik wist niet dat ik met een sadistische gek te maken zou krijgen, die ondanks alles toch nog geheime contacten onderhield met een ( toen? Nu nog ?) bestaande nazikern in Utrecht of omgeving”.
In de laatste levensjaren van Piet Richard Cieraad woont hij in een mooi huis samen met zijn vrouw in Naarden. Op 20 juni 2004 overlijd Dick Cieraad. Zijn vrouw Anna Krack overlijd elf jaar later.